Door op 16 januari 2015

Raadsvergadering 6 januari 2015

Aankoop van het gebouw van de Rabobank Molenweg
In de raadsvergadering van 6 januari werd besloten dat de Rabobank aan de Molenweg beter niet kon worden aangekocht. De PvdA wilde liever dat onze frontoffice blijft waar hij nu is. Er zijn daarvoor eigenlik verschillende redenen:
Er zijn allerlei ontwikkelingen op het gebied van de dienstverlening waardoor het nog maar de vraag is of wij in de toekomst een frontoffice, in de vorm zoals wij die nu hebben, nodig hebben. Digitalisering of gewoon het paspoort bij iemand thuis brengen: allerlei zaken die mogelijk zijn.
De PvdA had in de commissievergadering voorgesteld om de mogelijkheid van huren van de locatie aan de Molenweg te onderzoeken. De PvdA wil niet dat er zo maar weer een pand door de gemeente wordt aangekocht omdat de gemeente al veel leegstaande panden in bezit heeft waar we juist vanaf willen. Huren van het pand bleek echter niet mogelijk te zijn.
Tenslotte was het ons ook niet duidelijk geworden waarom juist op die plek en wel nu een kantoor zou moeten worden aangekocht. De buitenwijk heeft meer inwoners dan de binnenstad. Een ruimte in de buurt van het winkelcentrum aldaar, zou net zo goed een geschikte locatie kunnen zijn.
Dit alles heeft de PvdA doen besluiten om er voor te kiezen dat we beter in ons kantoor aan de Zilverstraat kunnen blijven.
De cultuurnota 
De PvdA heeft middels een motie er voor gepleit dat er meer evenementen voor jongeren worden geïnitieerd en gefaciliteerd, om jongeren meer te binden aan onze stad. Deze motie werd half overgenomen door de wethouder.
Met deze toevoeging bleef de nota volgens ons te weinig richting bieden om voor de PvdA te weten waar we nu eigenlijk „ ja’’ tegen zeggen. We zien veel bestaand beleid terug komen maar wat anders moet, dat blijft vaag.
Ook lijkt het er op dat er al voorgesorteerd wordt om opnieuw te bezuinigen op de muziekschool. Kortom het bleef  onduidelijk waar “ja” voor gezegd moest worden, dus hebben wij niet ingestemd met de cultuurnota.
Verordening tegenprestatie
Deze verordening is bedoeld voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Onze factie vindt dat bij de tegenprestatie de vrijwilligheid en de motivatie het uitgangspunt moet zijn. Je wilt deze doelgroep een kans bieden om deel te blijven nemen aan de samenleving. Het is redelijk dat van belanghebbenden gevraagd wordt nuttige activiteiten te doen.
Het is niet de bedoeling dat de tegenprestatie het vinden van betaald werk in de weg staat. Handhaving op re-integratie is een effectiever middel om medewerking af te dwingen dan het opleggen van de tegenprestatie en de handhaving daarop. Daarom wordt gekozen voor een licht handhavingsregiem.
Het voorstel van het college is dat het college gaat bepalen wat de duur en omvang van een tegenprestatie is. Het college schrijft in de toelichting op de verordening, dat het vragen van een tegenprestatie voor een sociale uitkering zo veel mogelijk moet worden gestimuleerd. Op welke manier het college dit wil gaan doen, daar wordt het in de toelichting er voor ons niet duidelijk op. Met dwang opleggen, de maximale tijd en duur voor een tegenprestatie zoals aangegeven in de toelichting?
Wanneer iemand buiten zijn schuld buiten de boot is gevallen en dan gedwongen kan worden tot een tegenprestatie, dan vraagt dat juist om een heldere formulering in de verordening. Het kan zijn dat op dit moment niet zo’n duidelijk beeld bestaat over welke activiteiten nu precies een tegenprestatie zouden kunnen zijn. Het is geen reden om over andere zaken vaag te blijven.
Daarom kwam de PvdA met een amendement op de verordening. We streefden naar helderheid in de verordening zelf over de maximale duur van de tegenprestatie. En dus niet over de minimale duur. We halveerde de mogelijkheid van de maximale duur van de tegenprestatie ten opzichte van het voorstel van het college. De tekst in de toelichting is namelijk niet te amenderen. Voor dit amendement kregen wij steun van lijst Quasten.
De wethouder deed de toezegging om de tekst in de toelichting te gaan verduidelijken, om de vrijwilligheid als uitgangspunt te nemen. Dat hij helemaal niet zoveel als mogelijk tegenprestaties wilde gaan stimuleren. De wethouder zat met ons voorstel in zijn maag.
Om zijn blunder te verbloemen, deed de  wethouder alsof de PvdA hem nu verplichtte om een tegenprestatie op te leggen, terwijl hij juist met een verordening en toelichting komt waarmee niemand weet wat hem boven het hoofd hangt. Dat was niet nodig geweest als de wethouder helder was geweest.
Ook zal de wethouder nog de tekst aanpassen in de toelichting dat een tegenprestatie echt alleen in Enkhuizen hoeft te worden uitgevoerd, want dat is nu niet in de verordening zelf opgenomen en het biedt daardoor ook ruimte om het anders te doen.
Met deze toezeggingen en hetgeen is opgenomen in de notulen, hebben wij het maximale gehaald wat mogelijk is voor onze inwoners aan duidelijkheid in deze verordening. Ons amendement zou het niet hebben gehaald en daarom trokken we hem in en stemden in.
Deze tekst is geschreven na de aanslag in Parijs. Vreselijk! De vrijheid van meningsuiting daar staan wij voor!