Gezichtsbepalende haven dempen voor extra parkeerplekken in de stad?
Op de agenda van de vergadering van de commissie grondgebied van april, is gesproken over het voorstel van het college om voor het buitenmuseum maximaal 450 extra parkeerplaatsen nabij het station aan te leggen.
Dat gaat zo niet!
Wij vinden dat dergelijke plannen eerst goed met alle betrokkenen en belangstellenden moeten worden besproken en overlegd voordat aan de gemeenteraad een besluit wordt voorgesteld. En niet andersom! Enkhuizen mag van een college verwachten dat het gezichtspunt van het college bestaat uit de belangen van iedere Enkhuizer – van ondernemer tot inwoner- en dat die meegewogen worden in haar beslissingen. Door ervoor te kiezen alleen het Zuiderzeemuseum te bedienen, laat het college de rest van Enkhuizen – de inwoners, de schippers aan het Dirk Chinaplein, festivalorganisatoren en anderen- in de steek. De PvdA begrijpt niet waarom dat niet is gebeurd. Het college laat zo zien dat het burgerparticipatie niet serieus neemt, alle beloften ten spijt. Dat knelt dus te meer omdat het college in juni 2015 al meldde dat zij een plan aan het onderzoeken waren vanuit het gezichtspunt van zowel het ZZM als vanuit de gemeente t.a.v. de uitbreiding van de parkeer capaciteit nabij het NS Station. Tijd genoeg dus om dit beter samen met de omgeving voor te bereiden.
Het plan om havens te dempen om er parkeerplaatsen van te maken aan het water in onze historische stad, wordt niet gesteund door de PvdA. Het tast het kenmerkend beeld van onze havenstad aan het IJsselmeer volledig aan. Dat het Zuiderzeemuseum deze plannen verdedigt is moeilijk te begrijpen, maar dat ons college deze plannen één op één overneemt en aan de raad voorlegt is al helemaal onbegrijpelijk. Vooral een college dat Enkhuizen heeft beloofd dat het veerbootmodel gehandhaafd blijft . Bovendien meer auto’s in de stad sluit niet aan bij onze milieuagenda. Met het naar binnen halen van extra parkeerplekken voor ZZM in de stad worden we geconfronteerd met 5 euro parkeergeld dat ZZM nu vraagt op Krabbersplaat. Het standpunt van de PvdA is dat toeristen mee betalen aan het parkeren in de stad. Maar deze coalitie wil het daar niet over hebben. Wat dat voor consequenties heeft voor dit plan dat wordt ons niet duidelijk.
Kortom het college is alleen maar gefocust op één belang: extra parkeerplekken voor het museum. Het totale gezichtspunt en met name de belangen van anderen die ook betrokken zijn bij het stations-/havengebied is zij uit het oog verloren.
De directie van het Zuiderzeemuseum heeft in het verleden al meerdere keren aangegeven dat zij om diverse redenen af wil van het huidige veerbootmodel. Volgens het museum is het veerbootmodel vrij kostbaar en sluit niet aan bij verschillende doelgroepen die het ZZM zou willen bedienen. Tot dusver is de gemeente daar, terecht, nooit in meegegaan. Het bootmodel is namelijk een prima oplossing om de binnenstad van Enkhuizen te ontzien van het bezoekersverkeer van en naar het ZZM.
De uitbreiding van parkeercapaciteit nabij het station met maximaal 450 extra plaatsen, lijkt de beste oplossing, maar bij dergelijke ingrijpende en kostbare plannen verwacht de PvdA eerst een stevig onderzoek met onderbouwing en alle alternatieven, want het plan moet gefundeerd de beste oplossing zijn. Dergelijk stukken zijn er niet bijgeleverd. Gaat het hier alleen om het belang van een bedrijf ? Is er politiek gezien wel een probleem?
Ook de vraag of het parkeergelegenheid bij het station voor de museumbezoekers eigenlijk wel een werkbare oplossing is, blijft volstrekt onbeantwoord. Is het wel realistisch om te verwachten dat mensen die het buitenmuseum willen bezoeken (altijd) bereid zijn om aan de andere kant in de stad te gaan parkeren? Wie gaat daar op toezien en wat gaat dat kosten? Het is over het algemeen toch niet meer dan normaal dat als je een museum, pretpark of andere vermakelijkheid bezoekt je je auto op het eigen terrein van het museum kan parkeren. Niet duidelijk is waarom het idee om voor het buitenmuseum daarvoor het veel verder weg liggende stationsgebied als parkeervoorziening te gaan gebruiken in dit opzicht een veel betere oplossing is, dan de huidige goed aan te rijden parkeerplaats bij het museum met het bootmodel. Laat staan dat het college aangeeft hoe dit plan past in de ook al eerder aangekondigde aanpassingen van het parkeerbeleid, waar tot dusver nog maar weinig mee is gedaan.
Onze conclusie is: handhaaf het bootmodel, tot dat je met elkaar een betere oplossing weet te bedenken. En kom vooral niet met een binnenskamers verzonnen, halfbakken oplossing waarvoor je als college achteraf nog een beetje verbinding hoopt te krijgen.